
|
De tankmeters moeten geijkt
worden - we willen wel weten hoeveel benzine we bij ons hebben. We
hebben een doorzichtige buis gekocht waarmee we benzine kunne peilen.
Dachten we. Het idee blijkt helaas niet te werken.
|
We strepen een gedefinieerde
hoeveelheid benzine af op een jerrycan. Dit is 5 liter. Hiermee kunnen
we meten hoeveel benzine er in de linker- en rechter tank gaat.
|
|

|
Als eerste vullen we de tank tot
deze vol is.....
|
En daarna laten we de tank, in
porties van 5 liter, leeglopen. Bij elke 5 liter kijken we hoeveel de
tankmeter aangeeft en hoeveel cm de duimstok. Met deze meting kunnen
we achteraf altijd bepalen hoeveel benzine we hebben.
|
|

|
Het overschot aan bezine
gebruiken we gewoon in de auto. Rijdt die ook eens op echte
vliegtuigbenzine.
|
Ook orienteren we ons op de neus.
Hoe gaat deze passen, wat moeten we nog doen.
|
|

|
We lopen tegen een nieuw
probleempje aan - we missen een verlengstuk van de propellor en de
bouten die we hebben zijn te kort. Weer een mail naar de fabriek.
|
Deze maand brengen we ook een
bezoek aan Gerrit - een bouwer die een paar maandjes later begonnen is
dan wij.
|
|
|
De vliegtuigen zijn identiek qua
ontwerp maar ook de manier waarop Gerrit zijn vliegtuig aan het bouwen
is, is gelijk aan die van ons. Natuurlijk moet je de tekeningen volgen
maar hier en daar is ruimte voor eigen inbreng. En dat hebben we
beiden gedaan.
|
Gerrit ligt alleen iets achter
ons maar als je bedenkt dat hij het helemaal in zijn eentje doen, kun
je alleen maar groot respect hebben voor hem.
|
|
|
Als we allebei de kist klaar
hebben, zullen we zeker nog een keer samen vliegen.
|
Bij het bezoek aan Gerrit
hebben we ook nog wat mooie dingen voor het vliegtuig meegekregen.
Een daarvan zijn de anti-slip strips voor over de vleugel. Het
plakken is een redelijk makkelijk karwei en het instappen is er een
stuk eenvoudiger van geworden.
|
|
|
Ook de labels voor de static
opening hebben we van Gerrit gekregen. We hebben ze wel iets kleiner
gemaakt.
|
En het mooiste natuurlijk: Het
callsign. Het plakken zal nog een heel karwei worden maar het staat in
ieder geval super.
|
|
|
Ook het Twentse ros is erg mooi
geworden - het overtreft onze verwachtingen.
|
Na bewondering van onze
cadeautjes is het weer werken geblazen. We maken een doorgang voor de
choke kabel door de firewall.
|
|
|
En het instrumentenpaneel begint
vorm te krijgen. Nog niet alle draden zijn op lengte maar het
merendeel is aangelegd.
|
En deze maand is er weer een
bouwinspectie ;-)
|
|
|
De chokekabel moet gesplitst
worden in 2 afzonderlijke kabels. We lopen hier tegen een klein
probleem aan omdat we de staander al hadden voorzien van gaten - die
zitten nu een beetje ongelukkig. Maar we plaatsen er een hoek overheen
en nu kan de kabel gesplitst worden.
|
We zijn geen geoefend
stikkerplakers maar het Twentse Ros zit mooi op de staart. Het enkele
luchtbelletje wat er toch inzit, prikken we lek.
|
|
|
Het instrumentenpaneel begint
vorm aan te nemen, zeker als we de topskin monteren.
|
Voor de warme dagen, zoals nu in
de loods, willen we ook wat ventilatie hebben. We maken daarom twee
gaten in de kap waarin we een "draai-raampje" kunnen
monteren.
|
|
|
Hoewel we erg hebben opgezien
tegen dit karwei (een barst in de kap is niet ondenkbaar) lukt het erg
goed. Missie geslaagd.
|
|
|
|
|